Paola Viganò heeft een doctoraat in Architectuur en is professor Stadstheorie en Stadsontwerp aan de EPFL (Lausanne) waar ze aan het hoofd staat van het lab-U en van het
nieuwe interdisciplinaire Habitat Research Centre. Ze is tevens als
professor verbonden aan de IUAV Universiteit van Venetië en als
gastprofessor aan verschillende internationale scholen. In 2013 heeft ze
de Grand Prix de l’Urbanisme in Frankrijk ontvangen; in 2016 de titel
van Doctor Honoris Causa van de UCL; in 2017 de Vlaamse Cultuurprijs
voor Architectuur (Ultima Architectuur) en in 2018 de Gouden medaille
van de Triënnale van Milaan voor haar gehele carrière. Van 1990 tot 2014 stond ze samen met Bernardo Secchi aan het roer van Studio, waar ze aan talrijke stedelijke projecten werkten in
Europa. Sinds 2015 werkt StudioPaolaViganò aan stedelijke,
landschappelijke projecten en openbare ruimtes in Europa en heeft ze
verschillende internationale wedstrijden gewonnen.
issues 1–114 are available in PDF format
issues 1–114 are available in PDF format
Ecologische pedagogieën / Uitgeschreven door Janna Bystrykh, Bart Decroos, Jantje Engels, Sereh Mandias, Elsbeth Ronner / Deadline: 1 december 2024
Geert Bekaert-prijs voor architectuurkritiek
Boekbesprekingen
Van woorden naar gebouwen
In dit nummer van OASE wordt aan de
hand van casestudies de geschiedenis van de architectural book review geschetst.
Deze Call is uitgeschreven door Christophe Van Gerrewey en Hans Teerds. De deadline is 20 december 2023.
Op 16 maart 2023 organiseert de TU Delft een debat geïnspireerd op OASE 110.
Wat betekent de ‘eigendom’ van een auteur van een project precies? En
bestaat dit gevoel van eigendom nog steeds in de hedendaagse
architectuurcultuur? Naast het concept van het individuele singuliere
auteurschap treden ook andere meer open vormen van samenwerking en
co-creatie.
‘The Architect as Public Instellectual’
Deadline: 23-12-2022
Aan de hand van een reeks concrete
projecten, onderzoeken de bijdragen in dit nummer het spanningsveld
tussen architectonische esthetiek en kwesties inzake energie,
technologie en materialiteit. Ecologische praktijken in de architectuur
moeten niet alleen effectief zijn in het aandragen van oplossingen, maar
brengen onvermijdelijk ook vragen mee over schoonheid, affectie, zowel
als perceptie.