- 040
- Over de tentoonstelling van landschappen
- Abstract
In de twintigste eeuw vonden er presentaties van landschapsarchitectuur – tuin- shows, showlandschappen en museale tentoonstellingen – plaats die het publiek wisten te informeren, te overtuigen en soms zelfs te verrukken. In 1937 presenteerde het San Francisco Museum of Art de eerste internationale overzichtstentoonstelling over moderne landschapsarchitectuur, met een collectie die was bedoeld om zieltjes te winnen voor de moderne Californische manier van leven. Twee jaar later was de Reichsgartenschau in Stuttgart een essentieel onderdeel van de nationaal-socialistische politieke agenda. Aan het einde van de twintigste eeuw veranderden grote projecten, zoals het Landschaftspark Duisburg- Nord van 1989, woestenijen in parken met culturele voorzieningen. Terwijl de maatschappelijke presentie van ecologische vormgeving en landschapsontwerp steeds groter werd, vonden er steeds meer landschapstentoonstellingen plaats: bijvoorbeeld ‘Groundswell’ (2004) in het Museum of Modern Art en ‘Stadtgrün, Urban Green’ (2010) dat met haar focus op stedenbouw, bodemsanering en monumentenzorg plaatsvond in het Deutsches Architektur Museum. Zelden waren zulke tentoonstellingen gericht op esthetisch onderzoek naar ruimte en vorm. Het tropisch-exotische werk van de Braziliaanse landschapsarchitect Roberto Burle Marx die verschillende internationale tentoonstellingen op zijn naam heeft staan, is hierop de belangrijkste uitzondering.
- Citation
- Treib, M. (2014). Over de tentoonstelling van landschappen. Landschap publiek maken . publiek landschap maken, OASE, (93), 40–51. Retrieved from https://oasejournal.nl/nl/Issues/93/ExhibitingLandscapes
Download PDF (1000 KB)
- Kernredactie
- Michiel Dehaene, Bruno Notteboom, Hans Teerds
- Vormgeving
- Karel Martens & Aagjes Martens
- december 2014
- Engelse/Nederlands
- Paperback/Geïllustreerd (zw/w)
- 170 × 240 mm
- Bestel dit nummerals hard copy of ebook
- ISBN978-94-6208-152-9
- © nai010 uitgevers, 2014
- Subsidising institutions
- Technische Universiteit Delft
Technische Universiteit Eindhoven
Universiteit Gent
Team Vlaams Bouwmeester
Stimuleringsfonds Creatieve Industrie