Het thema grond – als
materie, niet als territorium – is lange tijd het quasi exclusieve
onderwerp geweest van de landbouw, de geografie en de bodemkunde. Pas de
laatste decennia, door een snelgroeiend bewustzijn over de
klimaatverandering, is grond steeds meer in het vizier gekomen als
materie die ook ecosysteem-diensten kan leveren in het ontwerp van de
stad.
De redactie van OASE 110 is ervan overtuigd dat veel
bodems, al zijn ze gedegradeerd en gefragmenteerd, vragen om een nieuwe
blik. Ze vereisen een nieuw project dat gericht is op de bouw van een
gedeelde, productieve en bewoonde natuur, die verschillende elementen
van stedelijkheid bevat en tegelijkertijd een veerkrachtigere en
duurzamere omgeving voor iedereen biedt.
Geïnspireerd door
Bernardo Secchi’s tekst ‘Progetto di Suolo’ uit 1986 maakt dit nummer
van OASE een kritische analyse van hoe grond — als een intermediair
pakket dat boven- en ondergrond verbindt – verder aansluiting kan vinden
bij de praktijken van stedenbouw en stadsontwerp, en hoe het die
praktijken kan bijsturen in het exploreren van nieuwe agenda’s.
Ecologische pedagogieën / Uitgeschreven door Janna Bystrykh, Bart Decroos, Jantje Engels, Sereh Mandias, Elsbeth Ronner / Deadline: 1 december 2024
Geert Bekaert-prijs voor architectuurkritiek
Boekbesprekingen
Van woorden naar gebouwen
In dit nummer van OASE wordt aan de
hand van casestudies de geschiedenis van de architectural book review geschetst.
Deze Call is uitgeschreven door Christophe Van Gerrewey en Hans Teerds. De deadline is 20 december 2023.
Op 16 maart 2023 organiseert de TU Delft een debat geïnspireerd op OASE 110.
Wat betekent de ‘eigendom’ van een auteur van een project precies? En
bestaat dit gevoel van eigendom nog steeds in de hedendaagse
architectuurcultuur? Naast het concept van het individuele singuliere
auteurschap treden ook andere meer open vormen van samenwerking en
co-creatie.
‘The Architect as Public Instellectual’
Deadline: 23-12-2022
Aan de hand van een reeks concrete
projecten, onderzoeken de bijdragen in dit nummer het spanningsveld
tussen architectonische esthetiek en kwesties inzake energie,
technologie en materialiteit. Ecologische praktijken in de architectuur
moeten niet alleen effectief zijn in het aandragen van oplossingen, maar
brengen onvermijdelijk ook vragen mee over schoonheid, affectie, zowel
als perceptie.